Wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg is spelen met levens
“Pfffff Katrín, hier heb je Nora. Ze gaat je zelf uitleggen waarom ik haar breng, ze hoeft vandaag niet terug te komen in mijn klas.” Haar prachtige ogen staan donker, een onweer woedt in haar en uit haar ogen schieten felle bliksems naar de docent die haar bij de arm meenam naar mijn kamer. Doe iets met haar, lijken de ogen van haar mentor mij te smeken, vlak voordat hij haar loslaat.
Je kan in haar ogen verdrinken, echt waar. Groot, glimmend en een beetje waterig, omlijst met perfecte lange krullende wimpers. Ze maakt mij regelmatig aan het lachen, al is dat niet echt haar bedoeling. Wanneer ik lach, geniet ze zichtbaar. Ze is lief en zacht, maar ook een draak van een meisje, dat is haar andere kant. De kant die zodra ze bang is ongenadig uithaalt en er onbewust voor zorgt dat ze op die manier de controle weer krijgt. Ik mag haar, ze verwondert mij keer op keer, al doet ze aardig haar best om uit te halen. Ook naar mij.
Ze is als een boos klein kind
“Ga maar zitten of wil je liever samen een rondje om de school lopen?” Nora ploft neer. Haar lippen staan strak op elkaar gedrukt. Ze vouwt haar armen demonstratief over elkaar. Haar voeten stampen nog net niet op de grond en uit haar neusgaten komt geen rook, maar het had gekund. Ze is als een boos klein kind, een driejarige die even demonstratief niets gaat zeggen, maar het gewoon niet volhoudt. Ik weet het en zij stiekem ook. Ik wacht geduldig af. Nora schuift onrustig op haar stoel heen en weer. Haar lippen worden losser. Letterlijk.
“Ze verdiende het echt juf”
“Ik heb haar staart afgeknipt”
“Neeeeee? Echt?” vraag ik verbaasd en geschrokken.
“Ja en echt hoor ze verdiende het, ze zat mij steeds uit te dagen en echt juf dan weet je toch… dan vraag je erom. Ik moet toch ook voor mijzelf opkomen of niet dan?”
Uitdagend kijkt ze mij aan.
“Nora… niet zo, je mag nooit, maar dan ook nooit iemands haar zomaar knippen.”
De radeloosheid van de docent
Plotseling begrijp ik de verbazing en radeloosheid in de blik van de docent over wat er nu weer in zijn klas is gebeurd. Hij heeft nog heel wat uit te leggen aan de ouders van het meisje van wie de staart een stuk korter is. Los van de onrust die ontstaan is in de hele klas.
Nora is voor nu bij mij geparkeerd. Oké.
Verwonderd kijkt ze met grote ogen de wereld in
Nora is bijzonder, iedereen is bijzonder, maar Nora nog een tikkeltje meer. Ze is bijzonder in deze setting, in dit systeem en met man en macht wordt er getracht haar kansen te bieden, bij te sturen en het vol te houden tot ze haar diploma in ieder geval heeft gehaald. Ze is speciaal. Behalve dat haar verschijning echt betoverend prachtig is, in het lijf van een jong volwassen vrouw, functioneert ze op emotioneel vlak zeer kinderlijk. Impulsief, verbaasd en verwonderd kijkt zij met grote ogen de wereld in. En heeft ze er geen zin in? Dan doet ze gewoon haar ogen dicht en weg is ze. Echt blij als ze blij is en echt echt boos als ze boos is. En vanuit die uitersten vliegt ze in zeer korte tijd alle kanten op.
Een hand op haar schouder verbreekt de betovering
Soms heeft ze geen zin om te praten. Wanneer ze mij ziet aankomen in de aula schiet ze achter een pilaar en denkt dat ze daarmee onzichtbaar is, terwijl haar lijf niet helemaal achter de pilaar past en onze ogen elkaar kruisen. We lopen soms vele rondjes en doen een soort verstoppertje, soms heb ik het niet gelijk door dat ik in haar spel ben verdwaald. Ze is oprecht verbaasd wanneer ik haar dan toch vind en door een hand op haar schouder de betovering van onzichtbaarheid doe verdwijnen.
Ze woont vlakbij school. We spreken af dat ik een keer bij haar langskom en haar moeder en zusje ontmoet. Dat lijkt haar leuk. “Dan moet je wel mijn kamer ook zien” zegt ze trots. “Tuurlijk, heel graag.”
Hoe mooi en kwetsbaar
Haar kleine zusje is een schatje, twee staartjes aan weerszijde van haar hoofd. Net zulke grote vragende ogen als haar grote zus. Een glimlach van oor tot oor, ze rent op mij af en houdt mijn hand vast. Zo niet verlegen, zo open de wereld in kijkend, vol vertrouwen, vol blijheid. Hoe mooi en hoe kwetsbaar. De moeder van deze prachtmeiden heet mij welkom in haar huis.
Haar tong lijkt groter dan haar mond dragen kan
“Laat mevrouw maar los” zegt ze vriendelijk tegen haar jongste. Mijn hand zit in een houdgreep, omklemd door twee krachtige handjes. Ik glimlach naar haar moeder en mompel dat het niet erg is. De ogen van het kleine meisje blijven mij aankijken, ze zoeken naar contact en proberen mijn blik te vangen. Wanneer het lukt en ik haar aankijk, ontstaat er een enorme glimlach. Haar tong lijkt groter dan haar mond dragen kan.
Er is zoveel pijn
“Ze heeft down” mompelt moeder met een verontschuldigende ondertoon. Ik knik, het was mij niet ontgaan.
“Wat een schatje. Mooie dochters heb je.”
“Het is de reden dat hun vader is vertrokken. Zodra hij zag dat Es niet normaal was, pakte hij zijn spullen en weg was hij. Ik was nog maar net bevallen.” Ze kijkt naar haar jongste, haar blik kan ik moeilijk duiden, behalve dat ik zie dat het pijn doet. Er is zoveel pijn.
Zo kwetsbaar, zo fragiel, maar vurig en explosief tegelijk
Nora verstopt zich half achter een kast. Ze vindt mijn bezoek duidelijk moeilijker dan ze dacht. Ik glimlach naar haar. “Kom je naast me zitten, of blijf je liever daar staan?” Ze kauwt op haar mouw. Ze is boos dat haar zusje mijn aandacht lijkt op te eisen. Ik kijk Nora aan en probeer haar uit te nodigen om toch te komen. Haar grote bruine waterige ogen doen mij denken aan Bambi, het hertje uit de Walt Disney film. Ik kan het moeilijk omschrijven, maar ze roept iets moois op, intens en puur. Zo kwetsbaar en zo fragiel, maar vurig en explosief tegelijk.
Een moeder met haar twee dochters verlaten door man en vader
“Hij heeft Nora veel geslagen moet je weten. Mij ook, maar ook heel veel Nora. Dus ergens is het goed, maar ik hield echt van hem. Al wist ik dat het niet goed was.” We praten met elkaar en ik luister vooral.
Dorothy and the Wizard of Oz
“Wil je mijn kamer zien?” vraagt Nora, het gesprek met moeder onderbrekend. “Heel graag Nora” het is goed dat het gesprek met moeder wordt onderbroken, het is zichtbaar moeilijk voor Nora. Soms is het wijs om te kijken wat er gebeurt, hoe verloopt de interactie en wat is de dynamiek in huis. Al is het lastig om niet gelijk in te grijpen, de realiteit en de ervaring leert dat iets wat al zolang ‘is’ je niet met een bezoekje beter kan toveren. Al klik je met de hakken van je rode schoenen als Dorothy uit The Wizard of Oz of doe je een allerliefste wens vanuit het diepste van je hart.
Een hele eigen kamer
Ik loop met Nora mee naar haar kamer. Het is piepklein, zeker niet groter dan 2,5 bij nog geen 2 meter. Een eenpersoonsbed in de breedte van de kamer, het is net een bedstee. De kast schermt een deel van het voeteneind af en een bureautje het hoofdeinde. De deur gaat naar binnen open. Alleen een heel klein stukje tussen bureau en kast is ‘open’ zodat je het bed in kan. Maar het is een eigen kamer. “Wauw, leuk Nora om je kamer te zien!” reageer ik enthousiast met een lichtelijk steekje in mijn hart.
“Is dit je kledingkast?”
“Ja, wil je mijn kleren zien?” vraagt Nora enthousiast.
“Ja, leuk.”
Er ligt iets opmerkelijks in haar kast
“Niet je kast laten zien Nora” wordt er vanuit de huiskamer geschrokken geroepen. Maar het is te laat, Nora heeft haar kast al wagenwijd opengegooid. Op het oog heel normaal, lekker veel troep van gewassen en ongewassen kleding, gevouwen en ongevouwen. Heel normaal dus voor een puber. Dan zie ik iets opmerkelijks tussen alles liggen.
Het is een diepvrieskip
In eerste instantie kan ik er niet echt iets van maken, maar dan denk ik iets van een kip te zien liggen. Hebben ze een hond? Probeer ik in mijn hoofd een verklaring te zoeken voor dat wat ik zie. Ik zie het nog niet heel duidelijk, maar is het nou een plastic ding? “Wat is het?” vraag ik nieuwsgierig aan Nora. “Het is een diepvrieskip” antwoordt Nora bloedserieus. Huh? Wat? Echt? gaat het in mijn hoofd, maar het komt nog niet over mijn lippen.
We hebben genoeg te eten, het is een schande
Moeder is opgestaan en staat in de deuropening, ze kan niet bij de kast. Want zo met Nora en mijzelf is de kamer propvol. “We hebben echt genoeg te eten, ik weet niet waarom ze dit steeds doet. Kom maar naar mijn ijskast, dan kan je het zien. Echt, we hebben altijd genoeg te eten. We hebben niet veel geld, maar eten hebben we wel. Dit is echt niet nodig, het is een schande. Ik schaam mij. Elke keer controleer ik haar kast en vind ik weer een diepvrieskip en soms meer dan één. Waarom Nora? Waarom? Leg het de juf uit.”
Ik besluit het nog niet te vragen
Sprakeloos en woordloos ben ik, met ogen net zo groot en rond als Nora en haar zusje samen. Al heb ik veel meegemaakt, maar dit nog niet. “Het is oké” zeg ik tegen moeder en probeer haar te sussen. “Ik geloof dat je genoeg in huis hebt om te eten.” Nora trekt haar schouders op. We verlaten haar kamer. Moeder pakt resoluut de ontdooide diepvrieskip uit de kledingkast. “Het is gewoon erg Nora, nu moet ik het ook nog weggooien omdat het ontdooid is.”
Wonderlijk. Ik kan het niet helpen dat ik mij afvraag hoeveel kippen er al uit de kast zijn gekomen. Hoe komt ze aan die kippen? Koopt Nora ze of steelt ze de kippen uit de supermarkt? Ik besluit het nog niet te vragen.
Eigenlijk is ze vooral moe van alle zorgen
Nora heeft vele trauma’s opgelopen in haar nog jonge leven. Langzaam komt haar verhaal naar boven, los van alle gebeurtenissen. Moeder is boos op haar jongste dochter, omdat vader verdwenen is door haar. Ze zegt nooit een andere man te kunnen vinden en voor altijd de zorg te hebben voor haar jongste. Ze is boos op haar oudste, omdat ze moeilijk doet en niet begrijpt dat haar jongste voor gaat. Eigenlijk is ze vooral moe van alle zorgen en alles alleen te moeten doen met twee kinderen die veel aandacht vragen.
Juf, weet je hoe goedkoop zo’n hele kip uit de diepvries is?
Nora is boos op haar zusje, want toen ging vader weg en ze vraagt alle aandacht op van hun moeder. Ze is jaloers op alle aandacht die haar zusje van haar moeder krijgt. Haar zusje gaat altijd voor. Maar Nora is vooral boos op zichzelf, want ze verdiende straf, dat wist haar vader. Nora denkt dat haar vader eigenlijk weg is gegaan, omdat zij niet meer luisterde. De kippen? Ze weet niet waarom, maar dat ze er zijn vindt ze fijn. “Juf weet je dat het echt heel goedkoop is, zo’n hele kip uit de diepvries?”
Psychiatrische hulp en veel te lang moeten wachten
Vandaag denk ik terug aan Nora en haar moeder en zusje. De psychiatrische hulp die zo noodzakelijk was en toch zo lang duurde voordat het werd opgestart en er de juiste hulp kon worden geboden. Sinds ik weer op school werk, is het pijnlijk duidelijk hoeveel jongeren nog steeds in de knel zitten en nu nog zoveel meer door de impact die corona heeft op hun levens. De wachttijd voor psychiatrische hulp voor één van de leerlingen die ik begeleid is 15 weken. 15 weken rondlopen met radeloosheid, slapeloosheid en de angst om niet verder te willen leven… De angst om de controle te verliezen en daarmee de grip op het leven. 15 weken is niet te overzien wanneer alles donkerder wordt en uitzichtloos lijkt. Het is onbegrijpelijk en niet uit te leggen aan jongeren en ouders. Het is zo verdomd pijnlijk en maakt mij boos om te zien hoe de situatie van sommige jongeren verslechtert.
Katrín Gudmundsson – het boek 'De Juf die geen Juf is'
Eind 2020 zijn mijn columns gebundeld en uitgegeven in het boek ‘De juf die geen juf is’. Super spannend en leuk! Inmiddels leveren we de 3e druk. Wil jij het (e-)boek bestellen?
0 reacties