3 Generaties in 30 jaar
Precious, haar leeftijd kan ik niet noemen, is jong. Ze kijkt nors uit haar diepdonkerbruine ogen, ze heeft duidelijk geen zin. Waarin precies, dat weet ik nog niet. Niemand krijgt hoogte van haar, het is niet duidelijk wat er achter haar diepdonkerbruine ogen schuilgaat. Er wordt getwijfeld of ze ‘het’ misschien allemaal niet snapt of ze cognitief misschien wat beperkt is. Precious is moeilijk te bereiken, ze is stil en zwijgzaam, maar ze is er.
Ze frunnikt met haar vingers, haar hoofd licht gebogen. Ik zie een stevig meisje, ze draagt meer kilo’s met zich mee dan gezond voor haar is. Bovenal zie ik dat het om veel onzichtbare bagage gaat.
“Kan je mij iets vertellen over jezelf? Maakt niet uit wat, zolang het maar over jou gaat” nodig ik haar uit. Haar wenkbrauwen maken een diepe frons. Het blijft stil.
“Je mag het over school hebben, jouw liefste of stomste vak of bijvoorbeeld over thuis hoe je woont en met wie je woont of jouw lievelingskleur.”
Een zee aan intens verdriet
Daar zit ze dan, tegenover de juf die geen juf is. Dat er een stille donderwolk zonder woorden in haar raast, is mij duidelijk. Ze woont samen met haar moeder en een veel jonger zusje, meer weet ik niet. Maar die ogen… ik herken ogen die te veel gezien hebben. Wanneer je dieper in die ogen kijkt, voorbij het norse en bozige, vind je een zee aan pijn en intens verdriet. Voorzichtig zijn, heel voorzicht, gaat het door mijn hoofd.
Boosheid als haar beschermjas
Het is vaak makkelijker om boosheid te laten zien, de beschermjas, het buitenkantje. Het beschermt twee kanten op, het houdt binnen wat het daglicht niet mag zien en het houdt buiten wat kwetsbaar maakt. Verdriet knaagt en wringt vanbinnen, is onzichtbaar voor de ander en toch altijd zo aanwezig. Het zuigt, het golft. Verdriet en pijn willen juist naar buiten, geleefd en gezien worden, erkend en aangekeken. Soms is er een overspoelende golf wanneer onverwachts iets getriggerd wordt. Onbeteugeld is intens verdriet altijd onvoorspelbaar.
Haar lippen vormen weinig woorden
Precious zegt alleen het hoognodige, haar lippen vormen weinig woorden. Non-verbaal zegt ze ja of nee, laat ze blijken of iets oké is of juist niet. Door naar de klok te kijken, laat ze mij weten dat het tijd is om te gaan. De kunst voor mij is om het te laten zijn, de stilte niet op te vullen met ratelende woorden, verwachtingen los te laten en haar net zoveel ruimte te geven tot ze vertrouwen voelt en bij haar woorden kan komen. Ik voel aan alles dat het vanuit haar moet komen en ik geduldig niets moet overhaasten.
“Jij hebt de tijd, maar ik neem de tijd”
Ooit had ik de neiging om dan zelf extra hard te gaan werken, de leegte op te vullen en flink op zoek te gaan naar dat ene onderwerp waar de ander wakker van wordt. 30 minuten per jongere of 1 uur per 2 weken… 64 jongeren en hun achterban. Tijd is kostbaar, tijd is afgemeten. Gekkenwerk, maar prachtig werk.
Juist in de ontspanning, de stilte, de rust en de ruimte zit de kracht. En ja, tijd is kostbaar omdat het zo nodig is om de tijd te nemen. Het lef hebben om die tijd te nemen, dwars tegen alle protocollen en voorgeschreven regels in. De tijd nemen. Zoals ooit een man in Afrika wijzend op mijn horloge breed grijnzend zei: “Jij hebt dan wel de tijd, maar ik neem de tijd. Dat verschil is allesomvattend.”
Het was een wijze levensles voor mij, waardoor ik vaker de tijd neem.
Ik hoop zo dat ik je hand mag vasthouden
Verdriet loslaten is meestal eng. De angst dat eenmaal losgelaten verdriet als een alles verwoestende tsunami raast, niet te stoppen en zonder een weg terug is, doet velen hun verdriet binnenhouden. De angst om de grip te verliezen, te verdrinken in de intense zee van verdriet, is immers te groot.
Oh meisje toch. Ik hoop zo dat je mij gaat toelaten, dat ik je hand mag vasthouden, zodat je jouw zee durft te trotseren, voordat het je verteert vanbinnen.
In stilte, zonder uitgesproken woorden
In de keren dat we elkaar zien, zie ik haar steeds meer ontspannen. Alsof ze even op adem komt en er geen verwachtingen op dat moment zijn waar ze aan moet voldoen. Ze mag even zijn, met zichzelf en haar binnenste, zonder uitgesproken woorden. Er zijn niet zoveel jongeren die tegen stilte kunnen. Sterker nog, de stilte wordt met veel gezucht en gesteun opgevuld wanneer deze dreigt te ontstaan. Met Precious is het anders, ze heeft niet veel meer energie dan voor die paar zinnen die wij uitwisselen. De rest van de tijd lijkt ze met zichzelf te zijn, de tijd te nemen voor zichzelf. Ze zit er, ze is er en ik weet zeker dat het langzaam maar zeker naar boven gaat komen.
Ik luister naar haar signalen
Ze heeft haar beschermjas goed en stevig aangetrokken, ze hult zich altijd in het zwart. ‘Laat mij maar’ straalt ze uit en tegelijk komt ze krachtig en sterk over. Wanneer een onschuldige hand even haar schouder raakt of wanneer mijn hand naar haar hand uitreikt, voel en zie ik de reactie in haar lijf. Een kleine siddering, een verkramping ontstaat. Ik luister naar haar signalen en zorg dat ik sensitief ben in onze fysieke afstand en nabijheid. In verbinding blijven is zo van belang.
“Juf” fluistert ze bijna onhoorbaar
“Precious vind je het oké om hier te zijn?” Haar ogen kijken diep in de mijne, woordloos wisselen we gevoel uit, we tasten af.
“Ze zei mama” zegt Precious met een barse schorre stem. Haar zusje is twee jaar en ik weet dat ze nog niet eerder iets gezegd heeft. Het is ‘de stille baby’, zoals haar moeder en zij het zusje noemen. “Wat leuk, daar is je moeder vast heel blij mee. Het is bijzonder wanneer een kind gaat praten, je ontdekt zoveel meer over wie het kleine persoontje is” zeg ik luchtig met een glimlach. Precious knikt, terwijl ze weer diep in mijn ogen kijkt. Het wordt stil, we zijn door onze blikken verbonden. Ik voel haar zee van verdriet onrustig worden, haar ogen worden zo donker als de nacht.
“Juf” fluistert ze bijna onhoorbaar, “ze zei het tegen mij… tegen mij.” Ze laat haar hoofd hangen. Mijn maag verkrampt. Laat het niet waar zijn, please laat het niet waar zijn. Ik neem een diepe ademteug.
Het raakt haar angst
“Wat bedoel je Precious? Vind je het vervelend dat ze het tegen jou zegt?” Er gebeurt niets. Het blijft een tijdje stil. “Ja, ik vind het niet fijn, ik wil niet dat ze me zo noemt” gaat ze met een krachtige stem verder. Er komt een power los, haar boze beschermjas is aan het woord. Voorzichtig zijn en toch proberen om boven water te krijgen wat er speelt. Het raakt haar zee, het raakt haar angst en boosheid beschermt haar.
Het komt wanneer het komt
“Is er een reden dat ze jou mama noemt?” Ze kan nog alle kanten op met het antwoord.
“Mijn moeder wil dat.”
“Precious, ik weet dat het moeilijk is wat ik ga vragen. Weet dat je niet hoeft te antwoorden, het is aan jou om te vertellen wat je wilt delen en wat er in je omgaat, het komt wanneer het komt of misschien wel niet of misschien wel niet bij mij, ook dat is oké.”
“Ik wil niet dat ze mij mama noemt”
Ik haal even adem en zorg dat mijn ogen contact met haar houden.
“Is jouw zusje eigenlijk niet jouw zusje?” Ze heeft duidelijk moeite met het woordje mama, dus ik draai er omheen, haar ruimte gevend om zelf de woorden te geven die zij kan verdragen.
Precious kijkt een andere kant op.
“Ik wil het niet, ik wil niet dat ze mij mama noemt.” Ergens hoor ik haar stem breken, de jas gaat uit.
“Jouw moeder vindt dat dat wel past?”
“Ja… “Het klopt ook” zegt ze met een zucht er achteraan.
Moeder zijn op deze leeftijd is onbegrijpelijk
“Oh jeetje” mijn hartzeer is eruit voordat ik het besef. Ik slik en pak over de tafel heen voorzichtig haar hand. Het lukt, ze trekt haar hand niet weg. Ze rilt en beeft lichtjes, maar ze laat niet los.
“Ik ben er niet aan toe” fluistert ze.
“Dat snap ik en dat lijkt mij meer dan normaal.”
Precious kijkt mij aan, haar ogen zijn waterig, maar de zee houdt ze binnen.
Moeder worden op deze leeftijd, dat klopt niet.
Moeder zijn op deze leeftijd klopt niet.
Al twee jaar moeder zijn, op deze leeftijd, is onbegrijpelijk.
Er zijn zoveel vragen die door mij heen gaan. Er zijn zoveel angstige vermoedens over wat ze heeft moeten doorstaan. Maar ik neem de tijd…
Samen werken we aan haar moederschap
De woorden zijn gevonden, het is niet meer stil tijdens ons wekelijks samenzijn. Samen werken we aan haar moederschap, het accepteren en vormgeven daarvan. We oefenen met woorden en zo op het oog simpele zinnen, maar oh zo moeilijk voor haar om uit te spreken. De moeder van Precious heeft de verzorgende rol op zich genomen na de geboorte, maar zij is duidelijk over wie de eigenlijke moeder is en blijft en dat is niet zijzelf. Zolang de baby niet sprak, was het mogelijk voor Precious om haar te zien als het zusje, zoals naar de buitenwereld voorlopig het verhaal is.
Er groeit liefde voor haar dochter
“Mijn naam is Precious en dit is mijn dochter Fanny.” Ze spreekt de zinnen steeds krachtiger uit, soms zelfs met lichtelijke trots. Alsof ze zegt: ‘Hier ben ik en kijk ik durf helemaal te zijn… ook met mijn dochter.’ Langzaam groeit ze in haar moederrol. Ze kan glimlachen om de gekke woorden die haar dochter soms zegt. We kletsen over de ontwikkeling van Fanny, de stapjes die ze zet. Er groeit liefde voor haar dochter, verbinding vanuit haar eigen moederrol, gesteund door haar moeder. Drie generaties binnen 30 jaar.
Katrín Gudmundsson – het boek 'De Juf die geen Juf is'
Eind 2020 zijn mijn columns gebundeld en uitgegeven in het boek ‘De juf die geen juf is’. Super spannend en leuk! Inmiddels leveren we de 3e druk. Wil jij het (e-)boek bestellen?
Fijn dat jíj er bent!
Dank je wel!
Wat een dankbare taak heb jij. Er zijn voor deze kwetsbare kinderen/jongeren. Zo belangrijk!
Tranen met tuiten, hier!
Wat ben jij een engel voor deze jonge moeder!
En je schrijft fantastisch!
Ik voel de liefde die je hebt voor deze kwetsbare jonge mensen.
Dankbaar dat jij er bent!
Hugs
Dank je wel voor je lieve woorden!
Liefs!