Hij wil bankdirecteur worden
Zou dat hem zijn, vraag ik mijzelf af terwijl ik uit het raam kijk. Een jongen, klein van stuk en wat fors, komt met stoere passen naar de deur lopen. Ik kan het niet helpen dat ik even diep ademhaal, alsof ik mij even mentaal wapen voor dat wat komen gaat. “Hi, ik ben Gregory en ik moet mij bij u melden.”
Hij is nieuw op school en valt al heel snel op door de enorme ruimte die hij inneemt en vast ook door zijn stoere wijdbeense stappen. Ik lach naar hem en nodig hem uit om vooral te gaan zitten. Een hele brede warme glimlach komt mij tegemoet, met gouden tanden. Niet alle tanden natuurlijk, maar toch meer dan één…. Oh getsie, dat vind ik dus echt zo helemaal niets.
Zijn ogen staan guitig, het is zo duidelijk dat het een jongen met humor is, daar houd ik dan weer wel ontzettend van. Hij is afgestroomd van de havo naar het vmbo. Tja, zijn gedrag zat hem in de weg vertelt hij. “Niet bij mij hoor, maar de docenten schenen het niet zo te hebben op mij.”
“Niet op jou of op je gedrag?” knipoog ik. ”Dat zijn wel twee verschillende dingen hè?”
“Oké, mijn gedrag vonden ze lastig.”
“En Gregory, de hamvraag: over welk gedrag struikelde jij?”
Heel bewust noem ik dat hij struikelde over zijn gedrag en niet zozeer de leraar, aangezien dat voor veel pubers zo makkelijk is om de leraar of anderen de schuld te geven van hun eigen gedrag. Maar aan de leraar of die ander kan je niets veranderen, wel aan je eigen gedrag. En huppakee er ontstaat grip en eigenaarschap.
“Best stom dat ik het verprutst heb”
We praten ontspannen verder en pluizen uit wat er op zijn vorige school is gebeurd. Hij blijkt gestart te zijn op het vwo. “Goh wat vervelend dat het niveau zo moeilijk voor je was” zeg ik licht vragend. Hij hapt. “Moeilijk, nee hoor, echt niet… een makkie.” Ik grinnik terwijl hij beseft dat hij gehapt heeft en nu niet de troef kan spelen dat de leerstof te moeilijk was op de havo en dat zijn gedrag maar een bijzaak is. “Ja, best stom dat ik het verprutst heb” gaat hij verder.
Achter zijn gouden tanden klopt een gouden hartje
We praten regelmatig en langzaam krijg ik een steeds vollediger plaatje van wie Gregory is. Achter zijn gouden tanden klopt een gouden hartje. “Weet je wat je later wilt worden Gregory?”
“Bankdirecteur” zegt hij resoluut.
“Zo, dat is specifiek, hoe kom je er zo bij?”
Het antwoord is natuurlijk overduidelijk: geld.
Stoer of dom?
“En Gregory ben je in aanraking geweest met de politie?”
Hij wordt even stil en zegt dan uitdagend: “jazeker.”
“Stoer of dom?” vraag ik hem. Hij twijfelt. “Kijk, bij je vrienden zeg je vast ‘stoer’ dat je in aanraking bent geweest met de politie, maar wanneer je nu hier zo bij mij bent en de stoerige ruis even weglaat, want echt het is niet nodig hier, hoe is het dan?”
“Niet handig” mompelt hij.
“Aantekeningen op je strafblad, ook voor je 18e zijn zeker niet handig. Veel kinderen denken dat je met een schone lei begint op je 18e, dus dat het niet zoveel uitmaakt wat je uitspookt. En zelfs hele heftige dingen kan doen. Reken maar dat het uitmaakt, zeker ook voor je zelfbeeld en voor je toekomst.”
Geschrokken kijkt hij mij aan
Ik zie zijn enorme gouden schakelketting op zijn borst bungelen en zijn gouden tanden shinen mij tegemoet als hij gaat zitten. “Jeetje Gregory, het lijkt wel of je zo uit een gang bent gekomen of uit zo’n rapfilmpje. Je lijkt wel een gangster.” Het floept eruit voordat ik er erg in heb. Geschrokken kijkt hij mij aan. Oh chips, gaat het door mij heen, ik heb hem gekwetst, dat was zeker niet mijn bedoeling, maar het is ook zo opvallend bij een klein 16-jarig mannetje. Zijn image is enorm, maar zijn lijf loopt wat achter. “Sorry” zeg ik vriendelijk. Hij kijkt mij verdrietig aan, mijn hart krijgt barstjes. Ai, zo bedoelde ik het echt niet.
“Juf, eigenlijk heeft u gelijk” mompelt hij, terwijl hij zijn blik afwendt naar beneden. Ik raak even in verwarring.
“Gelijk?”
“Ik wil niet meer…”
“Ik kan je niet volgen, wat bedoel je… gaat het over een gang?”
“Ik zit in een gang juf… En eenmaal in een gang is het niet eenvoudig, zeg maar gerust best onmogelijk, om eruit te komen. Het is doodeng en ik ben bang dat het steeds erger wordt. Juist omdat ik jong ben en geen strafblad kan krijgen, word ik ingezet voor niet zulke fijne dingen. Maar dat wil ik nu niet meer.”
Oei, deze wending had ik nog niet zien aankomen.
“Wat goed dat je het vertelt, dat is stap één om het anders te gaan doen.”
Zo bang als wat
We praten verder over de zaken die hij ‘mag’ doen en wat de consequenties zijn wanneer hij eruit zou stappen. Het zijn een soort rituelen die er niet om liegen. Ik snap het nu best dat eruit stappen klinkt als geen optie. Er valt plotseling wat meer op zijn plek: zijn opgeblazen houding, een air van ‘kom niet te dichtbij’, zijn grote ‘gangsta’-stappen die uitstralen ‘ik ben groot en sterk en gevaarlijk’. Maar ondertussen is hij zo bang als wat.
De wijkagent
“Vind je het goed wanneer ik met de wijkagent ga praten? Hij is vast op de hoogte van de gangs in de wijk. Ik vraag hem om advies en hulp hoe we dit het beste samen kunnen oppakken.” Gregory stemt in. Hij heeft weinig keus wanneer hij zijn situatie echt wil veranderen.
De wijkagent is inderdaad op de hoogte van wat er speelt rondom de gangs. Pittig en gevaarlijk begrijp ik van hem. Hij vraagt of hij een keer samen met mij en Gregory kan praten op school. Gregory vind het eng, want hij is bang dat wanneer iemand erachter komt dat hij met de politie kletst, hij sowieso het exit-traject zal ervaren bij de gang en of hij dat overleeft, weet hij niet.
We houden goed rekening met zijn angst en nemen hem zeker serieus daarin. De wijkagent komt een praatje houden op school en zal dan met meerdere jongeren een individueel ‘preventief’ gesprek hebben; Gregory zal daar één van zijn. Zo valt het niet op en is hij niet de enige die een gesprek heeft met de politie. Voor de andere jongeren is het zeker geen overbodige luxe. Voorkomen is zeker in dit geval toch echt beter dan genezen.
Stap voor stap
Ik kan zien aan Gregory dat hij opgelucht is tijdens het gesprek. Zijn angst wordt serieus genomen, hij wordt gehoord en niet veroordeeld door de wijkagent. Super blij met deze rustige man die Gregory stap voor stap meeneemt in een plan: een exit uit de gevreesde gang, maar dan zo veilig mogelijk. Het neemt tijd en een zorgvuldige planning.
Het plan klinkt goed
De wijkagent is duidelijk tegen Gregory. Door zijn betrokkenheid bij de gang is niets gegarandeerd, die keuze heeft hij gemaakt en daarbij horen helaas geen fijne jongens. Het plan klinkt goed en nog belangrijker, het gaat uiteindelijk goed, het lukt. Gregory is uit de gang en zichtbaar opgelucht.
Zijn gouden tanden stralen mij tegemoet, de ketting blijf achterwege. “Juf, ik wil bankbeveiliger worden, maar dan in de bank, dus met cybercrime of zoiets.”
“Uhm ook dan word je goed gescreend hè? Dus wat je droom ook is: it’s up to you of je droom ook werkelijkheid kan worden… maak slimme keuzes.” Hij knikt.
Ik heb er alle vertrouwen in.
Katrín Gudmundsson – het boek 'De Juf die geen Juf is'
Eind 2020 zijn mijn columns gebundeld en uitgegeven in het boek ‘De juf die geen juf is’. Super spannend en leuk! Inmiddels leveren we de 3e druk. Wil jij het (e-)boek bestellen?
0 reacties